Er bestaan veel verschillende soorten behandelingen van duizeligheid. Dit varieert van bewegingsoefeningen, veranderingen in de levensstijl tot het gebruik van geneesmiddelen. Het is belangrijk om de symptomen te bespreken met een arts. De arts zal vervolgens een individueel en specifiek behandelingsplan opstellen en kan je vragen om een duizeligheidsdagboek bij te houden.
Onze hersenen kunnen duizeligheid tegengaan (centraal-vestibulaire compensatie). Het brein moet daarbij leren enkel in te gaan op correct informatie, zodat het geen informatie verwerkt die afkomstig is van een verstoord evenwichtsorgaan. Zelfs als één of beide evenwichtsorganen niet goed werken, kan dit gecompenseerd worden door een consistente en voortdurende evenwichtstraining. Dit leerproces wordt ondersteund door bepaalde oefeningen, meer specifiek evenwichtsoefeningen. Door ze regelmatig te doen, leren de hersenen hoe ze moeten omgaan met duizeligheid. Zelfs bewegen in het dagelijks leven, bv. wandelen (eventueel onder begeleiding zodat u zich veilig voelt), kan een nuttige evenwichtsoefening zijn.
Kies drie of vier oefeningen en doe ze liggend of zittend. Ga gedurende vier à zes weken meerdere keren per dag aan de slag met deze evenwichtsoefeningen. Het kan dat je jou eerst wat duizelig voelt tijdens de vertigo-training. Vraag familie of vrienden om je te assisteren of vraag je arts om advies. Geregeld oefenen kan de symptomen verminderen.
Een duizeligheidsdagboek geeft jouw arts meer informatie over het type vertigo en het verloop van je symptomen. Op basis van de kenmerken van jouw type duizeligheid, de duur en de omstandigheden van de aanvallen kan jouw arts sneller de oorzaken van de aanvallen achterhalen. Dit is belangrijk voor de behandeling van duizeligheid.
Je evenwichtssysteem en hersenen hebben voldoende zuurstof en de juiste voedingsstoffen nodig om goed te werken. Activiteiten in de buitenlucht zijn daarbij belangrijk om duizeligheid te bestrijden. Gezonde voeding is ook van groot belang.
Als je neerligt, kan dat een punt op het plafond zijn. Blijf naar dat ene punt kijken, terwijl je jouw hoofd afwisselend naar links en rechts draait.
Ga op een stoel of in een zetel zitten. Neem een dagelijks voorwerp (een bal of plastic waterfles) en zet het voor je op de grond. Pak het vervolgens terug, leg het in jouw schoot en zet het terug neer op een andere plek op de grond. Wissel af tussen links, rechts en vlak voor jou. Deze oefening kan je ook rechtstaand doen.
Sta op vanuit een zittende houding. Herhaal dit verschillende keren. Doe dit eerst met de ogen open, sluit daarna de ogen en doe de oefening voor een tweede keer.
Strek je arm uit en kijk naar je wijsvinger. Tik met je vinger tegen je neus en ga vervolgens terug naar een gestrekte arm zonder jouw blik van je vinger af te wenden. Deze oefening kan je doen terwijl je neerligt, zit of rechtstaat.
Sta rechtop en draai met je bovenlichaam naar links en naar rechts (één keer met de ogen open en één keer met de ogen gesloten). Visualiseer een punt in de ruimte en volg het met de ogen dicht.
Kijk naar een vast punt in de ruimte terwijl je zit of rechtstaat. Buig je hoofd vervolgens naar voor en naar achter, en daarna naar rechts en links. Doe deze oefening eerst traag, maar verhoog daarna het tempo.
Gooi een bal van de ene hand in de andere op oogniveau. Hou de ogen open. Hoe dichter je voeten bij elkaar staan, hoe moeilijker de oefening wordt. Begin met je voeten op heupbreedte. Je kan verschillende varianten proberen door de bal op kniehoogte van de ene hand in de andere te gooien.
Leg een groot kussen of een stuk rubberfoam (ca. 10 cm dik) op de grond achter een stoel of zetel. Ga erop staan en begin ter plaatse te stappen door elke voet wisselend op te tillen. Houd je vast aan de rugleuning van de stoel. Doe dit eerst met open ogen, daarna met gesloten ogen.
Wandel op een rechte lijn. Dit kan een lijn zijn op jouw tegelvloer of op de rand van een tapijt. Doe de oefening eerst met de ogen open, daarna met de ogen gesloten. Je kan de oefening moeilijker maken door verschillende keren heen en weer te wandelen en door je ene voet recht voor de andere te zetten. Maak het nog een tikkeltje moeilijker door tijdens het stappen jouw hoofd van links naar rechts te bewegen.
Prose small
Prose base
Prose large